Elke buiging is een halvering van de levensduur van de staalkabel

In veel installaties beweegt de staalkabel van de trommel via de schijf (of schijven) naar het ‘dode’ part (de eindverbinding). Je kunt hierdoor de kabel omleiden óf een vertraging creëren, zodat je met de zelfde trekkracht meer gewicht kunt tillen. Hoewel er op staalkabels geen levensduurgaranties worden gegevens, heeft Herr Prof. (a.D.) Dr.-Ing. Klaus Feyrer een formule ontwikkeld om de theoretische levensduur van een staalkabel bij benadering te bepalen. Het komt erop neer dat als gevolg van een buiging de levensduur van een staalkabel wordt gehalveerd. Pas schijven dus adequaat toe, want elke schijf betekent een buiging van de staalkabel – en dus een halvering van de levensduur. 

De kunst is om het aantal buigingen zoveel mogelijk te minimaliseren. Als gevolg van een buiging vermoeit het materiaal en ontstaan er op termijn vermoeiingsbreuken. Buig je een kabel over kabelschijven? Dan is het van belang dat dit zoveel mogelijk in dezelfde richting gebeurt. Tegenovergestelde buigingen hebben een zeer nadelige invloed op de levensduur van een staalkabel, zeker als de schijven vlak achter elkaar worden geplaatst. 

Belangrijk: D/d-verhouding

Let wel: hierbij spelen de diameter van de staalkabel en schijf (de D/d-verhouding) een belangrijke rol: bij een bepaalde kabeldiameter hoort een bepaalde schijf. De D/d-verhouding hangt van de kabelconstructie, diameter, toepassing en het gebruik, hetgeen in normen is vastgelegd. 

Afstand tussen de schijven 

Een ander aandachtspunt is de afstand tussen de schijven. In de praktijk zie ik vaak dat de schijven te dicht op elkaar zijn geplaatst. Het resultaat: versnelde vermoeiing van de staaldraden.

Bij het buigen van de kabel om een trommel of schijf treden en trek- en drukspanningen op in de enkele draden van de kabel. deze spanningen treden direct voor het bereiken en direct na het verlaten van de schijf op. Deze spanning moet zijn weg vinden. De enkele draden zoeken als het ware naar hun positie. Het advies is om de tussen twee schijven een minimale afstand aan te houden van 40 x de kabeldiameter.

Levensduur 

De trommel en schijven zijn van invloed op de levensduur van de kabel. De volgende punten spelen hierbij een rol:

• de trommel- of schijfdiameter
• de groefdiameter van de trommel of schijf
• het materiaal en de hardheid van de trommel of schijf
• het lager

Bij een te krappe schijf heeft de kabel te weinig bewegingsruimte en ondersteuning in de groef. Met als gevolg een verkorte levensduur. Een te ruime groef is ook niet wenselijk, want dan heeft de kabel te weinig draagvlak, waardoor de oppervlaktedruk toeneemt.

Slijtage door gebruik 

Door het gebruik slijten uiteindelijk zowel de staalkabel als ook de groef van de schijf. De kabel wordt na verloop van tijd dunner en slijt in de groef, met als gevolg dat de groef van de schijf krapper wordt. De nieuwe kabel wordt gemonteerd in een ingelopen schijf. De ondersteuning van de nieuwe kabel is dan niet optimaal. Het gevolg is dan een verkorte levensduur van de nieuwe kabel. Het advies is om bij het vervangen van de kabel de radius van de groef altijd te (laten) controleren of deze voldoet aan de norm. Ook de hardheid van de groef van de schijf is een bepalende factor. De hardheid van de kabel en groef moeten op elkaar afgestemd zijn.

Vrijblijvende inventarisatie

Uiteraard zijn er nog tal van andere punten om op te letten als het gaat om de toepassing van schijven. Denk aan verseizing en materiaalsoorten (kunststof en staal). Ook kent het gebruik van evenaarsschijven zeer specifieke risico’s. Ben je benieuwd welke schijf bij jouw toepassing past? Of wil je weten of de huidige schijven in jouw installatie juist zijn toegepast? We komen graag langs voor een vrijblijvende inventarisatie. Neem contact met ons op.